1.a Diagnosticeren
EFLP-3
Intakes heb ik zelfstandig uit kunnen voeren bij complexe patiënten. Vanuit mijn anamnese heb ik onderzoeksdoelen kunnen vormen en mijn onderzoek uitgevoerd. Na het onderzoek heb ik een voorlopige conclusie kunnen formuleren aan de patiënt. Hierbij formuleerde ik wat mijn behandelbare grootheden waren in begrijpbare taal voor de patiënt. Voor verdere toelichting zie patiëntenverslagen uit het stageverslag van EFLP-3 onder het kopje bewijsstukken 4e jaar.
MPS, CS en B.O
Met CS hebben we veel herhaling gehad met betrekking tot de testen van de wervelkolom, knie en schouder. Het was goed om deze nogmaals met de klas te oefenen. Hierdoor kijk je nog eens kritisch naar je eigen handelen in een periode waarbij je weinig praktijkervaring opdoet.
Met MPS hebben we een beslisboom gemaakt voor de huisarts, in deze boom staat weergegeven naar welke discipline hij de dementerende patiënt kan doorsturen. Hierdoor is een snellere doorstroming gecreëerd voor de patiënt. Eenmaal bij de juiste discipline, hebben we vastgelegd wie welke onderzoeken doet voor het maken van een begin meting van de huidige status van de patiënt.
EFLP-2
Tijdens mijn stage in de instelling Cordaan voor verstandelijk gehandicapten heb ik geen betrouwbare onderzoeken kunnen doen vanwege alle comobiditeiten die de cliënten hebben. Hierdoor wordt het moeilijk om te diagnosticeren. Wel heb ik kinderen mogen scoren op de sensorische informatie verwerking. Met deze test observeer je de kinderen en komt er vervolgens een conclusie uit. Hierdoor heb ik geleerd goed te observeren en objectief aan te kruisen wat de cliënt wel en niet kan.
Minor
Tijdens de Minor hebben we geregeld te maken gehad met diagnosticerende testen. De testen hebben ook allemaal een handleiding over hoe je deze zo gevalideerd mogelijk kan gebruiken. We zijn vooral diep op de M-ABC ingegaan, dit is een test voor het meten van de motorische ontwikkeling bij kinderen van 2 tot 16 jaar. Wanneer je deze test goed invult kan je een z-score berekenen en zo bekijken in welk precentiel het kind scoort. Deze test wordt veel gebruikt en is ook van hoge waarde binnen de kinderfysiotherapie.
FLP-7
Met het product van MW moesten we een specifieke doelgroep kiezen. We hadden gekozen voor de patiëntengroep CVA. Alleen is CVA een heel breed begrip, daarom gingen we ons meer richten op een bepaald deel daarvan. Dit werd de groep CVA in de subactute fase. Deze groep is afgebakend van de 2e t/m de 4e week. Door de doelgroep zo af te bakenen konden we ons onderzoek ook gerichter uitvoeren en komen er uiteindelijk betrouwbare conclusies uit.
FLP-6
Met de patiëntencategorie CNA staat de diagnose al vast natuurlijk, hierdoor kan je je vooral richten op het zoeken naar behandelbare grootheden door je op de PSK en onderzoek te richten. Ook moet je goed de kennis van de pathologiën weten zodat je het beloop weet en het herstelvermogen. Ik heb voor mijn D&I een 6 gehaald maar ik moet me wel beter richten op de hulpvraag van de patiënt.
FLP-5
Ik vond dit een erg interessant blok wat betreft het onderzoeken van de wervelkolom. Ik heb veel informatie kunnen halen uit de richtlijn en daardoor ook betere anamneses en onderzoeken kunnen doen. Wel blijf ik dit een lastig onderwerp vinden wat betreft de neurologische kant.
FLP-4
Het gebruik van meetinstrumenten bij oudere patiënten vond ik soms lastig toe te passen omdat de meeste oudere minder belastbaar zijn. Daardoor wilde ik de patiënt niet overvragen. Hierdoor had ik moeite met een conclusie formuleren en behandeldoelen op te stellen. Voor mijn D&I had ik eerst een 5 en herkanst met een 7.
FLP-3
Tijdens dit blok heb ik meer moeite gehad met het diagnosticeren van aandoeningen van de bovenste extremiteit. Vooral wat betreft differentiaal diagnostiek. Hierdoor heb ik deze D&I ook moeten herkansen maar heb ik uiteindelijk een 7 gescoord.
FLP-2
Met dit blok heb ik veel gebruik gemaakt van de richtlijnen en kennis opgedaan van hart-, long- en vaataandoeningen. Tijdens het onderzoek meer gebruik gemaakt van meetinstrumenten om zo een begin meting te doen. Tijdens het maken van het fitheidsverslag hebben we veel metingen moeten doen. Door goed de instructies te lezen en te volgen kan je gevalideerde metingen doen. Dit bleek ook na herhaling door een klasgenoot. Voor het fitheidsprofiel heb ik een voldoende gekregen.
FLP-1
Tijdens dit blok hebben we net kennis gemaakt met het onderzoeken van de onderste extremiteit. Tijdens MW worden de meest voorkomende aandoeningen voorgelegd waarvoor casusuitwerkingen worden gemaakt. Voor mijn D&I heb ik een 7 gehaald.